Terwijl de winter om ons heen zachtjes wijkt voor de zachte lente zucht,
zullen de hazen ontwaken en hun neuzen naar buiten steken richting de heldere blauwe lucht.
In het weideveld maken de hazen weldra een dans, welke het einde van koude nachten bezingt.
Het is als een rammelen aan de dageraad die innig het ochtendgloren bemint.
Haas als bode van het ontwaken, van die eerste krachtige lente zonnestraal,
een aanwezigheid, een fluistering, een belofte van een weldra levendig verhaal.
Door velden dartelen de hazen, als een uitnodiging naar het nieuwe licht en leven.
Ze zijn onze herinnering aan de voortplanting, een eeuwenoud streven.
Zo kondigt de haas, in de cirkel van het jaar, een nieuwe lente aan.
Met hun paringsrituelen die ons herinneren aan onze geschiedenis en voortbestaan.
Een symfonie van rammelende hazen klinkt het als een echo door de tijd.
Hazen vol van hoop, maken een einde aan een winter van stormen en innerlijke strijd.
Zijn pad doorkruist vele velden, deze moedige danser in het groen.
Elke sprong een viering van het leven met een nostalgische flirt naar ooit en toen.
Zo weeft haas, met de draden van het verleden en het heden, zich richting een open veld van licht. Hij houdt fris en met focus zijn blik op de horizon gericht.
Richting balans en harmonie van het leven beweegt hij met elke stap die hij zet,
herinnert ons aan mogelijkheden en perspectieven van vernieuwing lijkt het net.
De haas, een meester van het cyclische spel van licht en schaduw,
is daarmee een hoeder van de aarde, tegelijkertijd zo zacht en zo hard, zo fijn en zo ruw.
In het rijk van het donker waar de serene stilte heerst, treedt voorzichtig de haas voort.
Als reiziger door ’t ongeziene, zoekende naar tot wat en wie hij behoort.
Met stappen die fluisteren als de wind en voelen als de maan zo helder en licht,
een schim van rust, een spiegel van kracht, totaal op zijn gemak en in evenwicht.
Want in het hart van de aarde kent hij de weg, tussen de wortels diep verborgen.
Met zijn wijsheid en focus als kompas tegen alle zorgen van morgen.
Een vesting van stilte huist in zijn geest, waar enkel waarachtigheid kan treden.
Is hij de poortwachter en waker over de drempel van het verleden en heden.
Als een monnik gaat hij helemaal op in de stilte, transformeert in de ziener van ’t al,
in deze afstemming vindt hij zijn waarachtige zijn tussen verleden en heden in ieder geval.
Een oude ziel, die kan toveren met de historie en met de spelingen van de tijd,
een gids die je leidt naar een helderheid, een toekomst zonder pijn en zonder spijt.
Voorzichtig tastend, met de blik naar binnen door zijn innerlijk kompas geleid.
Met voeten stevig op het rechte pad en zijn wakkere, heldere geest in de strijd.
Haas zegt; “Verlies niet jezelf in het noorden, houd je hart open en heel dichtbij,
wil je dansen met het leven? Dan volg mij.”
Niet haastig, maar gestaag, op een eigen tempo, met een eigen zin,
wijst hij je de weg vanuit het donker naar weer een nieuwe kans een uniek begin.
Hij houdt moed, is standvastigheid, blijft niet in het moment vast hangen.
Met zijn borst vier vooruit en onvermoeibaar gidst hij je weg uit ondergrondse gangen.
Zo wijst haas, een wezen van licht en schaduw, je naar meer evenwicht en kracht.
Als een drager van een nieuw begin, van nieuw leven, uit het diepste donker van de nacht.
Haas is na onze winterslaap de herinnering aan het ontluiken van alles zo pril en zo puur.
Alsof haas je wil zeggen; “Laat het oude maar rusten en vul je hart nu maar weer met passie en vuur”.
♡Myrna-JustSwitch