Een oud Tibetaans verhaal vertelt dat een oude wijze vrouw op een dag het volgende vroeg: – Waarom schreeuwen mensen tegen elkaar als ze boos zijn?
De vrouwen dachten even na: -Omdat we onze kalmte verliezen- zei een vrouw – daarom schreeuwen we.-
Maar waarom schreeuwen als de andere persoon vlak naast je staat? – Vroeg de wijze vrouw – Is het niet mogelijk om zachtjes tegen elkaar te praten? Waarom schreeuw je tegen iemand als je boos bent?
De vrouwen gaven nog enkele andere antwoorden, maar geen van hen stelde de oude wijze vrouw tevreden.
Ten slotte legde zij uit:
-Als twee mensen boos zijn, gaan hun harten ver uit elkaar. Om die afstand te overbruggen moeten ze schreeuwen om elkaar te horen, hoe bozer ze zijn, hoe harder ze zullen moeten schreeuwen om elkaar over die grote afstand te kunnen horen.
Toen vervolgde de oude wijze vrouw:
– Wat gebeurt er als ze zo ver verwijderd zijn van elkaar? Ze schreeuwen niet langer meer, maar luisteren dan pas echt naar wat hun eigen hart hen te vertellen heeft om de afstand tussen hen te lossen.
Die afstand en de stilte vertellen een verhaal, een belangrijke boodschap. Je hoeft er alleen maar naar te luisteren en dan vind je ook vanzelf je weg terug naar die ander.
Dan komt vanzelf de goede tijd dat deze twee harten die zo verbonden zijn weer tot elkaar zullen spreken.
En het is mogelijk om tot die tijd daar is, om van hart tot hart te spreken, samen te zijn zonder veel woorden. Ieder in haar eigen stilte. Dat is ook houden van. Stil Samen zijn. Iedere in haar eigen hart. Om te luisteren. Naar die diepte, naar je eigen verhaal.
De twee harten zullen dan vanzelf opnieuw verbinden als de tijd daar rijp voor is. Eerst vanuit een zacht fluisteren. Dan een paar eerste zachte woordjes, totdat ze elkaar uiteindelijk weer volledig kunnen zien en horen. En hun eigen harten weer helemaal vrij kunnen stromen. Nog net iets dieper verbonden dan daarvoor.
Bron; Eigen bewerking uit een tekst van een onbekende bron. Myrna Just switch